afgelopen week knuffelde ik enkele dierbare naasten van me voor het eerst weer, sinds tijden. beiden ingeënt durfden ze het weer aan. dankbaar genoot ik van een fijn stootje oxytocine. wetende dat we het allemaal alsnog kunnen krijgen én doorgeven, zei ik grappend: “als het mijn tijd is, dan is het mijn tijd”. en daar bedoel ik precies dat mee.
ik denk vaak dat het leven best maakbaar is, maar hoe vaak lopen dingen toch anders dan gedacht? ik weet dat controle een illusie is, want hoe vaak glipte alles door mijn vingers en volgde er een heel andere wending? ik voel best dat heel veel verwachtingen compleet nutteloos zijn, want hoe vaak moest ik wel niet teleurstellingen incasseren?
nee, veel liever verblijf ik in het ongewisse. leer ik te surfen op de golven die het leven biedt. de wind te incasseren die vanuit allerlei richtingen op mij inbeukt. nee, veel liever zie ik het leven als een groot speelveld waarin ik mag oefenen en op mijn bek mag gaan. waar ik mag falen en leren, alsmaar leren. over loslaten. en zijn met wat er is. en tevredenheid beoefenen en dankbaarheid voelen voor die nare, nare ervaring. omdat juist díe ervaring me liet groeien, mijn ontwikkeling versterkte.
de ont-wikkeling van wie ik in essentie ben. ik ben de kern in die grote te pellen ui. laagje voor laagje. en daar hoort steeds weer een afscheid bij. afscheid van wie ik denk dat ik ben. afscheid van dat wat niet meer dient. afscheid van houvast omdat vallen soms zoveel meer oplevert. afscheid van gezondheid, want ja, ik word ‘gewoon’ ouder. iedere dag kom ik dichterbij mijn sterfelijkheid. dichterbij ziekte en rouw en dood. afscheid van het idee een lineair wezen te zijn. want alles in de natuur is circulair en alsmaar in beweging.
dus geboorte, ouderdom, ziekte en dood mag ik omarmen. wetende dat dit steeds opnieuw gebeurt. want ik sta niet boven de natuur. ik bén natuur. alles komt en gaat, het is simpel de aard. dus word ik met grote mogelijkheid ziek en ga ik op zeker dood. dan heb ik geleefd en mag ik door. op reis naar volgende avonturen. in wat voor vorm dan ook. ik omarm dat wat is, met heel mijn hart. ik geniet en laat los, geniet en laat los, geniet en laat los…