er is zoveel over dit middel te zeggen… waar zal ik beginnen? dit is een van de meest gebruikte pijnbeheersers en dus draaglijkmakers in de laatste fase van iemands fysieke bestaan.laten we voorop stellen dat de meeste mensen geen pijn willen ervaren… morfine en morfineachtige preparaten zoals Oxycodon, Tramadol, Fentanyl, Instanyl, Abstral en dergelijke middelen bestaan in allerlei verschijningsvormen (pleisters, capsules, neussprays, vloeibare injecties, sublinguaal – lost op onder de tong – etc.).
morfine komt in ampullen die je optrekt in een injectiespuitje voor onderhuidse toediening (subcutaan). maar er zijn ook speciale injectiepoortjes die je eenmalig inbrengt met een naald, waarna de naald verwijderd wordt en een dun kunststof buisje onderhuids dagen kan verblijven, vastgezet met een pleister met venstertje zodat je de injectieplaats in de gaten kunt houden voor eventuele ontstekingen of infiltraten (ophoping van de stof). deze manier van toediening zorgt ervoor dat iemand niet steeds aangeprikt hoeft te worden, wat vaak als een vervelende handeling wordt ervaren.
wanneer de pijn, bijvoorbeeld bij kanker, steeds doorbreekt en er meer van het middel nodig is om de pijn te stillen, kan een arts besluiten om een morfinepompje aan te laten sluiten. deze wordt met een naaldje ook onderhuids geplaatst, het pompje wordt ingesteld en geeft continu een kleine hoeveelheid morfine af zodat er een spiegel in het bloed wordt opgebouwd om de basispijn te beheersen. mocht er doorbraakpijn ontstaan, dan kan de cliënt zelf (of de naaste of zorgverlener) een extra gift toedienen middels een eenvoudige druk op de knop. deze gift wordt ook wel ‘bolus’ genoemd. uiteraard is de pomp zo ingesteld dat overdoseren niet mogelijk is. zijn er veel extra giften nodig, dan wordt de basisdosering opgehoogd.
fabels over morfine bestaan ook. “als je ermee start, is het einde in zicht.” en “morfine bespoedigt de dood” of “morfine is verslavend”. ik zou een boek kunnen schrijven over de misvattingen rondom morfine en aanverwante middelen, maar ik verwijs meestal door naar de handige folder ‘feiten en fabels over morfine’: https://bit.ly/2WvZ2zZ
dat wil allemaal niet zeggen dat het middel geen nadelen kent.. het kan bij te snelle ophoging in combinatie met slechte voedingstoestand en volledige bedlegerigheid hallucinaties of een delier (ernstige verwarring) veroorzaken. sommige mensen krijgen er nachtmerries van. sufheid is een gebruikelijke bijwerking, maar verdwijnt meestal na enkele dagen wanneer het lichaam wat gewend raakt aan het middel. als de pijn weg is, vliegt de kwaliteit van leven vaak omhoog, wat het proces van afscheid nemen verzacht. uit de kramp van vaak langdurige pijn komen, kan er ook voor zorgen dat mensen door deze welkome ontspanning, makkelijker het leven kunnen loslaten.
Fentanylpleisters worden niet goed opgenomen bij mensen die erg zijn afgevallen (cachexie). sommige mensen kunnen helemaal niet tegen morfine. of het stilt de pijn moeilijk of helemaal niet. soms zijn het mensen met een verleden van veel tabak-, drank- of drugsgebruik. dan zijn andere morfine-achtige middelen het proberen waard, zoals (het veel duurdere) Hydromorphon.
speciaal te benoemen is de kwaliteit van subcutane (onder de huid) toediening van morfine tegen ernstige benauwdheid. het gevoel van en de angst om te stikken kan een ervaring zijn die het stervensproces vreselijk traumatisch kan maken. hoewel stikken eigenlijk bijna nooit voorkomt in de gangbare situaties als bij de meeste vormen van kanker en longziekten als COPD, is het van belang die benauwdheid aan te pakken. morfine haalt de benauwdheid zelf niet weg maar de beleving ervan wel. het is zelfs het enige middel.
een rustige ademhaling, draaglijke pijn of zelfs geen pijn meer is een zegen in een toch al moeilijk proces van loslaten en afscheid nemen van allerlei activiteiten, lichamelijke functies en tot slot geliefden en dierbaren. de kunst is om in dit proces, en vooral in pijnbeheersing door het soms grillige ziekteverloop, steeds weer af te stemmen. de voordelen tegen de nadelen af te wegen en vooral snel te kunnen schakelen wanneer de situatie daar om vraagt.